fbpx

Kan medicatie ervoor zorgen dat u aankomt?

Medicatie - Leestijd: 4 minuten

Na het innemen van een medicijn komt de werkzame stof via de maag en darmen in het bloed (gegeven dat de darmwand in goede conditie verkeert en er geen insuline- en leptineresistentie heerst in het lichaam). Via het bloed wordt het getransporteerd naar de rest van het lichaam. Zo komt de werkzame stof ook op de plek waar het nodig is. Nadat het medicijn klaar is met zijn werk, zal de werkzame stof in het lichaam afgebroken worden en uitgescheiden worden met behulp van de lever en de nieren.

Wat is dikmakende medicatie?

Ons lichaam is in staat om zelf niet-essentiële stoffen te voxrmen. Een voorbeeld van deze niet-essentiële stoffen zijn vetten (officieel triglyceriden genaamd). Het proces waarmee het lichaam zelf vetten vormt, heet lipogenese. Als het lichaam vaak gestimuleerd wordt tot lipogenese (het vormen van vetten), dan neemt het percentage lichaamsvet toe. Wanneer de inname van een medicijn ervoor zorgt dat het proces lipogenese vaker uitgevoerd wordt in en door de lever t.o.v. eerder, dan kunnen we dit medicijn ‘dikmakende medicatie’ noemen.

Lipogenese vindt onder andere plaats bij chronische stress (een chronische disbalans), dus wanneer de inname van medicijnen chronische stress (een chronische disbalans) veroorzaakt in het lichaam, dan zal dit tevens een nadelige invloed hebben op het lichaamsvetpercentage.

Onderverdeling tussen medicatie met (enzym)activerende eigenschappen en (enzym)remmende eigenschappen

Er zijn medicijnen die stofwisselingsprocessen in het lichaam stimuleren en er zijn medicijnen die deze processen remmen. Dit heeft te maken met of de stoffen in de medicijnen een enzymremmende of enzymactiverende werking hebben.

Wat is de invloed van (enzym)remmende eigenschappen op de uitvoering van stofwisselingsprocessen?

In de cellen in ons lichaam vinden continu stofwisselingsprocessen plaats. We onderscheiden twee verschillende soorten in deze processen. Zo zijn er katabole of afbrekende stofwisselingsprocessen, en anabole of opbouwende en herstellende stofwisselingsprocessen.

Al deze processen zijn enzymatisch, of met andere woorden, ze worden versneld door enzymen in de cellen. Deze enzymen zijn eiwitten. Wanneer de werking van de enzymen in de cellen slechter wordt, dan vinden deze stofwisselingsprocessen dus minder plaats. Vinden deze stofwisselingsprocessen minder plaats, dan daalt het verbruik in het lichaam.

Wanneer u medicijnen gebruikt die een remmende werking hebben op enzymatische stofwisselingsprocessen, dan daalt het verbruik in het lichaam voor de periode waarin u de medicijnen gebruikt. Een lager verbruik in het lichaam resulteert in een hogere kans dat u een gewichtstoename zult ervaren.

Wat is de invloed van medicatie met (enzym)remmende eigenschappen op je gewicht en lichaamsvetmassa?

Medicijnen met een verdovende, blokkerende of kalmerende werking kunnen de werking van de enzymatische stofwisselingsprocessen in het lichaam nadelig beïnvloeden. Voorbeelden van zulke medicijnen zijn tramadol, bètablokkers en paroxetine. Het gebruik van deze medicijnen is dat de enzymatische stofwisselingsprocessen minder uitgevoerd kunnen worden, waardoor de verdeling van vocht en voedingsstoffen (waaronder de brandstof glucose) over de weefsels afneemt ten opzichte van eerder. Er zal dan eerder een brandstofoverschot in het lichaam ontstaan, met een toename in gewicht en lichaamsvetmassa tot gevolg.

Advies om de werking van medicatie te optimaliseren en nadelige bijwerkingen te minimaliseren

Wanneer u met langdurige klachten bij de huisarts langs gaat, is de kans groot dat deze medicatie aan u voorschrijft. Helaas is het echter zo dat de huisarts vaak niet eerst vraagt naar uw voeding om bepaalde tekorten in bouwstoffen die de klachten kunnen veroorzaken te achterhalen. Ook wordt er meestal geen advies met betrekking tot voeding meegegeven met het medicijn.

Uw voeding kan de werking van het medicijn verbeteren. Wanneer u de medicijnen gebruikt, maar hierbij niet een goed voedingspatroon aanhoudt, dan kunnen de klachten blijven bestaan doordat het medicijn niet goed genoeg aanslaat. U kunt uw voedingspatroon aanpassen om de werking van de medicijnen te verbeteren. Dit kan bereikt worden door met behulp van uw voeding de werking van de enzymen in uw cellen te optimaliseren. De werking van de enzymen in uw cellen is enkel goed wanneer de membranen van en in uw cellen (membranen die zijn opgebouwd uit glycoproteïnen en glycolipiden) intact zijn. Hierdoor kunt u uw lichaam in de control-fase op peil houden.

Om de membranen van en in uw cellen in goede conditie te kunnen houden, moet uw voeding de bouwstoffen van celmembranen (glycoproteïnen en glycolipiden) helpen vormen. Om het lichaam glycoproteïnen en glycolipiden te kunnen laten vormen, moeten alle essentiële voedingsstoffen (waaronder essentiële vetzuren) aanwezig zijn in de lichaamscellen. Essentiële vetzuren zijn de omega 3 en omega 6 vetzuren. Een tekort aan deze essentiële vetzuren (of andere essentiële voedingsstoffen) zorgt ervoor dat uw lichaamscellen stoffen missen om de membranen van en in hun cellen in goede conditie te kunnen houden en een goede werking van enzymen te kunnen behouden. Daardoor missen er stoffen die nodig zijn om medicijnen goed te laten werken en klachten te voorkomen. Medicijnen zullen dan minder goed werken en wellicht is een hogere dosering nodig.

Wij voorzien u graag van meer informatie over de werking van dikmakende medicatie en het voorkomen van gewichtstoename. Vraag een vrijblijvend adviesgesprek bij van onze professionals aan!

Plan uw afspraak